• Telefoon
  • E-mail
  • WhatsApp
  • WhatsApp
    cf541b0e-1eed-4f16-ab78-5cb5ce535649s3e
  • Leave Your Message

    Waterkrachtcentrale Meetapparaat Configuratieselectie en installatiestroombeheersysteem

    Acrel-projecten

    Waterkrachtcentrale Meetapparaat Configuratieselectie en installatiestroombeheersysteem

    23-01-2024

    Tel: +86 18702111813 E-mail: shelly@acrel.cn

    Acrel Co,. Ltd.

    NB/T 10861-2021 "ontwerpspecificatie voor de configuratie van meetapparatuur in waterkrachtcentrales" biedt gedetailleerde eisen en richtlijnen voor de configuratie van meetapparatuur in waterkrachtcentrales. Het meetapparaat is een belangrijk onderdeel van de werkingsbewaking van de waterkrachtcentrale plant. De meting van de waterkrachtcentrale is hoofdzakelijk verdeeld in elektrische hoeveelheidsmeting en niet-elektrische hoeveelheidsmeting. Elektrische meting verwijst naar de meting van elektrische real-time parameters door middel van elektriciteit, inclusief stroom, spanning, frequentie, arbeidsfactor, actief/reactief vermogen, actieve/reactieve energie, enz.; Niet-elektriciteitsmeting verwijst naar het gebruik van zenders om niet-elektriciteit om te zetten. Meet 4-20mA of 0-5V elektrische signalen, inclusief temperatuur, snelheid, druk, vloeistofniveau, opening, enz. Dit essay bespreekt alleen het meetapparaat en het stroomverbruik managementsysteem van de waterkrachtcentrale volgens de standaard, en omvat niet de microcomputerbeveiligingsconfiguratie van de waterkrachtcentrale.

    1.Algemene bepaling

    1.0.1 Deze specificatie is geformuleerd om het configuratieontwerp van meetapparatuur in waterkrachtcentrales te standaardiseren, de lange termijn, veilige en stabiele werking van waterkrachtcentrales te garanderen en de algehele uitgebreide economische voordelen van waterkrachtcentrales te verbeteren.

    1.0.2 Deze specificatie is van toepassing op het configuratieontwerp van meetapparatuur voor nieuw gebouwde, verbouwde en uitgebreide waterkrachtcentrales.

    1.0.3 Bij het configuratieontwerp van meetapparatuur in waterkrachtcentrales moet actief gebruik worden gemaakt van nieuwe technologieën en producten die de beoordeling hebben doorstaan.

    1.0.4 De configuratie en het ontwerp van meetapparatuur in waterkrachtcentrales moeten voldoen aan de eisen van het energiesysteem wat betreft de hoeveelheid informatie die in de elektriciteitscentrale wordt verzameld en de methode voor het verzamelen van informatie.

    1.0.5 Het configuratieontwerp van meetapparatuur in waterkrachtcentrales moet niet alleen voldoen aan deze code, maar ook aan de huidige relevante nationale normen.

    2.Terminologie

    2.0.1 Elektrische metingen

    Meting van elektrische real-time parameters door middel van elektriciteit.

    2.0.2 Energiemeting

    Meting van elektrische energieparameters.

    2.0.3 Algemene elektrische meetmeter

    Waterkrachtcentrales gebruiken vaak een wijzermeter, een digitale meter enzovoort.

    2.0.4 Wijzertype meter

    Volgens de relatie tussen de wijzer en de schaal om de gemeten waarde van de meter aan te geven.

    2.0.5 Digitale meter

    Op het display kan digitaal direct de gemeten waarde van de meter worden weergegeven.

    2.0.6 Wattuurmeter

    Een instrument dat gegevens over actieve en/of reactieve elektrische energie meet.

    2.0.7 Intelligent AC-bemonsteringsapparaat

    AC-frequentievermogensbemonstering, rechtstreeks naar de gegevensverwerkingseenheid voor verwerking om de spanning, stroom, actief vermogen, reactief vermogen, arbeidsfactor, frequentie, actief vermogen, reactief vermogen en andere parameters te verkrijgen, en via de standaard communicatie-interface-uitgang multifunctioneel intelligente meter.

    2.0.8 Transducer

    Wordt gemeten door de conversie van gelijkstroom, gelijkspanning of digitaal signaalapparaat.

    2.0.9 Nauwkeurigheidsklasse meetinstrument

    Meetinstrumenten en/of accessoires die aan bepaalde meeteisen voldoen, zijn ontworpen om ervoor te zorgen dat de toelaatbare fout en verandering extreem binnen de gespecificeerde grenzen van het niveau blijft.

    2.0.10 Automatiseringscomponenten

    Componenten en/of apparaten voor monitoring van conditiegegevens, uitvoering van acties in waterkrachtcentrales.

    2.0.11 Niet-elektriciteitsmeting

    Meting van temperatuur, druk, snelheid, verplaatsing, stroming, niveau, trilling, slinger en andere real-time niet-elektriciteitsparameters.

    3.Elektrische meting en vermogensmeting


    Elektrische meetobjecten omvatten hydrogenerator/generatormotor, hoofdtransformator, lijn, bus, fabriekstransformator, DC-systeem enzovoort. Figuur 1 is een schematisch diagram van de elektrische bedrading van de waterkrachtcentrale, waarin de elektrische bedrading van de waterkrachtcentrale wordt weergegeven. set, hoofdtransformator, lijn- en installatietransformator.


    Fig. 1 Schematisch diagram van de elektrische bedrading van een waterkrachtcentrale

    3.1 Elektrische meting en meting van elektrische energie van een hydro-elektrische generator/generatormotor

    3.1.2 Het statische startapparaat met variabele frequentie van de generatormotor moet de volgende items meten.

    3.1.3 De hydrogenerator/opwekkingsmotor moet de actieve en reactieve elektrische energie meten. Een hydrogenerator die in fasemodulatie kan werken, moet het bidirectionele actieve vermogen meten; een hydrogenerator die in fase geavanceerd kan zijn, moet worden gemeten in bidirectioneel reactief vermogen; een generatormotor moet worden gemeten in bidirectioneel actief vermogen en bidirectioneel reactief vermogen.

    3.1.4 Voor hydrogeneratoren die in fasemodulatie mogen werken, moet het actieve vermogen in beide richtingen worden gemeten; voor hydrogeneratoren die in fasevervroeging kunnen werken, moet het vermogen in beide richtingen worden gemeten. Generatormotoren moeten het actieve vermogen en het reactieve vermogen in beide richtingen meten.

    3.1.5 Bij het meten van de actieve vermogenshoek van het voedingssysteem moet de vermogenshoek van de generator worden gemeten.

    3.1.6 De hoogspanningszijde van de bekrachtigingstransformator moet de driefasige stroom, actief vermogen en reactief vermogen meten.

    De bewakingsconfiguratie van de hydrogenerator en de bekrachtigingstransformator wordt getoond in figuur 2, en de apparatuurselectie wordt getoond in figuur 1.

    Fig. 2 Elektrische meetconfiguratie van hydrogenerator

    Naam

    Afbeelding

    Model

    Functie

    Sollicitatie

    AC-bemonsteringsvermogen Uitgebreid meetinstrument

    APM520

    Driefasige stroom, lijnspanning/driefasige spanning, tweeweg actief/reactief vermogen, tweeweg actieve/reactieve energie, arbeidsfactor, frequentie, harmonische vervormingssnelheid, statistieken over het doorlaatpercentage van de spanning, RS485/Modbus-RTU-interface

    Elektrische monitoring van generatoren en bekrachtigingstransformatoren

    Uitgebreid meetinstrument voor DC-bemonsteringsvermogen

    PZ96L-DE

    Meet de bekrachtigingsspanning, bekrachtigingsstroom, enz. in het bekrachtigingssysteem en het is uitgerust met Hall-sensoren.

    Excitatiestroom, spanningsmeting

    DJSF1352-RN

    Excitatiestroom, spanningsmeting

    Hall-sensor

    AHKC-EKAA

    Meet de stroom DC0~(5-500)A, voer DC4-20mA uit en werk met een DC12/24V-voeding.

    Excitatiestroomsensor


    Tabel 1 Controleselectie van hydrogenerator en bekrachtigingstransformator

    3.2 Elektrische meting en meting van elektrische energie van het boost- en zendsysteem

    3.2.1 De meet- en vermogensmeteritems van de hoofdtransformator moeten aan de volgende eisen voldoen:

    1 Dubbelwikkelende transformatoren moeten de driefasige stroom, het actieve vermogen en het reactieve vermogen aan de hoogspanningszijde meten, en één zijde van de transformator moet de actieve energie en reactieve energie meten.

    2 Driewikkelingstransformatoren of autotransformatoren moeten driezijdige driefasige stroom, actief vermogen en reactief vermogen meten, en moeten aan drie zijden actieve energie en reactieve energie meten. De gemeenschappelijke wikkeling van de automatische transformator moet de driefasige stroom meten.

    3 Wanneer de generatoreenheid als een eenheid is bedraad, maar de generator een stroomonderbreker heeft, moeten de laagspanningszijlijnspanning en de driefasige spanning worden gemeten.

    4 Actief vermogen en reactief vermogen moeten aan beide zijden van de contacttransformator worden gemeten, en actieve energie en reactieve energie moeten worden gemeten.

    5 Wanneer het mogelijk is vermogen te zenden en te ontvangen, dient het actieve vermogen in beide richtingen te worden gemeten en de actieve energie in beide richtingen te worden gemeten; wanneer het mogelijk is om met fasevertraging en fasevoortgang te werken, moet het reactieve vermogen in beide richtingen worden gemeten en de reactieve energie in beide richtingen.

    Fig. 3 Elektrische meetconfiguratie van hoofdtransformator in waterkrachtcentrale

    Naam

    Afbeelding

    Model

    Functie

    Sollicitatie

    AC-bemonsteringsvermogen Uitgebreid meetinstrument

    APM520

    Driefasige stroom, lijnspanning/driefasige spanning, tweeweg actief/reactief vermogen, tweeweg actieve/reactieve energie, arbeidsfactor, frequentie, harmonische vervormingssnelheid, statistieken over het doorlaatpercentage van de spanning, RS485/Modbus-RTU-interface

    Hoofdtransformator hoog- en laagspanningszijdemeting

    Tabel 2 Selectie van monitoring van hoofdtransformatoren

    3.2.2 Lijnmetingsitems moeten aan de volgende eisen voldoen:

    1 6,3 kV ~ 66 kV-lijnen moeten eenfasige stroom meten, en wanneer de omstandigheden dit toelaten, kan tweefasige stroom of driefasige stroom worden gemeten.

    2 35kV- en 66kV-lijnen moeten het actieve vermogen meten, en 6,3kV ~ 66kV-lijnen kunnen ook het actieve vermogen en het reactieve vermogen meten als de omstandigheden dit toelaten.

    3 Lijnen van 110 kV en hoger moeten driefasige stroom, actief vermogen en reactief vermogen meten.

    4 Lijnen van 6,3 kV en hoger moeten actieve energie en reactieve energie meten.

    5 Wanneer de lijn waarschijnlijk vermogen zal uitzenden en ontvangen, moet het actieve vermogen in beide richtingen worden gemeten en moet de actieve energie in beide richtingen worden gemeten.

    6 Wanneer de lijn met fasevertraging of fasevooruitgang kan lopen, moet het reactieve vermogen in beide richtingen worden gemeten en de reactieve energie in beide richtingen worden gemeten.

    7 Indien het energiesysteem dit vereist, moet de krachthoek van de lijn worden gemeten voor de lijn van het opstapstation.

    Afb. 4 Elektrische meetconfiguratie voor leidingen van waterkrachtcentrales

    naam

    afbeelding

    model

    Functie

    sollicitatie

    AC-bemonsteringsvermogen Uitgebreid meetinstrument

    APM520

    Driefasige stroom, lijnspanning/driefasige spanning, tweeweg actief/reactief vermogen, tweeweg actieve/reactieve energie, arbeidsfactor, frequentie, harmonische vervormingssnelheid, statistieken over het doorlaatpercentage van de spanning, RS485/Modbus-RTU-interface

    6,3 kV~110 kV lijnmeting

    Tabel 3 Selectie van lijnmetingen

    3.2.3 Busbar-meetpunten moeten aan de volgende eisen voldoen:

    1 6,3 kV en hoger generatorspanningsrails en 35 kV, 66 kV-rails moeten de railspanning en -frequentie meten en tegelijkertijd de driefasige spanning meten.

    2 Bussen van 110 kV en hoger moeten drie lijnspanningen en frequenties meten.

    3 Busverbindingsstroomonderbrekers van 6,3 kV en hoger, bussectiestroomonderbrekers, binnenbrugstroomonderbrekers en buitenbrugstroomonderbrekers moeten wisselstroom meten, en 110 kV en hoger moeten driefasige stroom meten.

    4 Driefasige stroom moet worden gemeten voor elk stroomonderbrekercircuit van 3/2 bedrading, 4/3 bedrading en hoekbedrading.

    5 Bypass-stroomonderbrekers, busverbindings- of sectie- en bypass-stroomonderbrekers, en 35 kV en hoger buitenste brugstroomonderbrekers moeten het actieve vermogen en het reactieve vermogen meten, en de actieve energie en reactieve energie meten. Wanneer het mogelijk is om vermogen te verzenden en te ontvangen, moet het actieve vermogen worden gemeten en ontvangen. het vermogen in beide richtingen moet worden gemeten en de actieve energie in beide richtingen moet worden gemeten; in het geval van fasevertraging en fasevoortgang moet het reactieve vermogen in beide richtingen worden gemeten en de reactieve energie in beide richtingen worden gemeten.

    Afb. 5 Elektrische meetconfiguratie van stroomrail in waterkrachtcentrale

    Naam

    Afbeelding

    Model

    Functie

    Sollicitatie

    Digitaal instrument

    PZ96L-AV3/C

    Meet driefasige spanning, lijnspanning, RS485/Modbus-RTU-interface.

    Busspanningsmeting, lokale weergave

    Tabel 4 Selectie van busmetingen

    3.2.4 Driefasige stroom en reactief vermogen moeten worden gemeten voor shuntreactorgroepen van 110 kV en hoger, en reactieve energie moet worden gemeten. Het shuntreactorcircuit van 6,3 kV ~ 66 kV moet de wisselstroom meten.

    Naam

    Afbeelding

    Model

    Functie

    Sollicitatie

    Digitaal instrument

    PZ96L-E3/C

    Meet driefasige stroom, actief/reactief vermogen, actieve en reactieve energie, RS485/Modbus-RTU-interface.

    Reactormeting, lokale weergave

    Tabel 5 Selectie van reactormetingen

    3.3 Elektrische meting en energiemeting van het centrale energiesysteem

    3.3.1 Wisselstroom, actief vermogen en actieve energie moeten worden gemeten aan de hoogspanningszijde van de fabriekstransformator. Wanneer de hoogspanningszijde niet over de meetomstandigheden beschikt, kan aan de lagedrukzijde worden gemeten.

    3.3.2 De AC-spanning moet worden gemeten voor de werkende stroomrail van de fabriekselektriciteit. Wanneer het neutrale punt niet effectief geaard is, a

    Lijn-tot-lijn- en driefasige spanningen; wanneer de nulleider effectief geaard is, moeten drie lijn-tot-lijnspanningen worden gemeten.

    3.3.3 Driefasige stroom moet worden gemeten voor voedingslijnen in het fabrieksgebied, en actieve energie kan worden gemeten volgens de behoeften van het meten van elektrische energie.

    3.3.4 De driefasige stroom moet worden gemeten voor netvoedingstransformatoren van 50 kVA en hoger met verlichtingsbelasting.

    3.3.5 De ​​eenfasige stroom moet minimaal worden gemeten voor het motorcircuit van 55 kW en meer.

    3.3.6 Wanneer de laagspanningszijde van de fabriekstransformator een 0,4 kV driefasig vierdraadssysteem is, moet de driefasige stroom worden gemeten.

    3.3.7 De sectiestroomonderbreker voor fabrieksstroom moet eenfasige stroom meten.

    3.3.8 Dieselgeneratoren moeten driefasige stroom, driefasige spanning, actief vermogen en actieve energie meten.

    Fig. 6 Elektrische meetconfiguratie van het elektriciteitsnet van een waterkrachtcentrale

    Naam

    Afbeelding

    Model

    Functie

    Sollicitatie

    Multifunctionele energiemeter

    AEM96

    Driefasige stroom, netspanning/driefasige spanning, actief/reactief vermogen, actieve/reactieve energie, vermogensfactor, frequentie, harmonische vervormingssnelheid, RS485/Modbus-RTU-interface.

    Energiemeting en monitoring

    Digitaal instrument

    PZ96L-AV3/C

    Meet driefasige spanning, lijnspanning, RS485/Modbus-RTU-interface.

    meting van de busspanning

    Slimme elektriciteitsbewakingseenheid

    ARCM300

    Driefasige stroom, lijnspanning/driefasige spanning, actief/reactief vermogen, actieve/reactieve energie, arbeidsfactor, frequentie, aardlekstroom, 4-weg temperatuur, RS485/Modbus-RTU-interface.

    Meting van de feeder

    Motormeet- en regelapparaat

    ARD3M

    Geschikt voor laagspanningsmotorcircuits met een nominale spanning tot 660 V, waarbij bescherming, meting, regeling, communicatie en bediening en onderhoud zijn geïntegreerd. (overstroom, onderstroom), spanning (overspanning, onderspanning) en fase-uitval, vergrendelde rotor, kortsluiting, lekkage, driefasige onbalans, oververhitting, aarding, lagerslijtage, excentriciteit van stator en rotor, en kronkelende veroudering om een ​​alarm- of beveiligingscontrole te geven.

    Motormeting en -regeling

    Anti-schudapparaat

    ARD-KHD

    Voorkom dat de contactor uitschakelt wanneer de spanning tijdelijk wegvalt, en blijf ononderbroken werken nadat de spanning is hersteld om te voorkomen dat het systeem wordt beïnvloed.

    Tabel 6 Selectie van elektrische meetconfiguratie voor installatievoedingssysteem


    3.4 Elektrische meting van gelijkstroomvoedingssysteem

    3.4.1 Het DC-voedingssysteem moet de volgende items meten:

    1 DC-systeembusspanning zonder spanningsregelaar.

    2 DC-systeem sluitbusspanning en stuurbusspanning met terugschakelinrichting.

    3 Het laadapparaat geeft spanning en stroom af.

    4 Spanning en stroom van het accupakket.

    3.4.2 Het batterijcircuit moet de zwevende laadstroom meten.

    3.4.3 Bij gebruik van een vaste klepgeregelde loodzuuraccu is het raadzaam om door middel van inspectie de spanning van een enkele accu of een samengestelde accu te meten.

    3.4.4 DC-verdeelkast moet de busspanning meten.

    3.4.5 De ​​DC-busisolatietest moet voldoen aan de relevante bepalingen van de huidige industrienorm "Code voor het ontwerp van DC-voedingssysteem in waterkrachtcentrales" NB/T 10606.

    3.4.6 Wanneer het gelijkstroomsysteem is uitgerust met een microcomputerbewakingsapparaat, kan de meting van conventionele instrumenten alleen de DC-busspanning en batterijspanning meten.

    3.5 Elektrische metingen van het ononderbroken stroomsysteem (UPS).

    3.5.1 UPS moet de volgende items meten:

    1 Uitgangsspanning.

    2 Uitgangsfrequentie.

    3 Uitgangsvermogen of stroom.

    3.5.2 De hoofdverdeelkast van de UPS moet de inkomende stroom en busspanning meten